Papa waar ben je?

Ik druk mijn neus plat tegen het vloerkleed. Enkele seconden lang houd ik mijn adem in. Ik probeer geen enkel geluid te maken. Dan richt ik me langzaam op, tot mijn hoofd een paar centimeter boven de poef uitsteekt. ‘Lodewijk, waar bén je?’ roep ik. Breed lachend komt hij naar me toe gekropen. Snel en wild als een jonge tijger. We lachen, we stoeien en spelen verder.

Verstoppertje spelen doe ik de laatste tijd vaker met mijn zoontje (van tien maanden). Dat je je kunt verstoppen, achter een bank of onder een dekentje, is nieuw voor hem. De lichte paniek dat hij me eventjes kwijt is: spannend, maar wel leuk spannend.
Zulke dingen samen doen, binnen die veiligheid hem de wereld laten ontdekken en zien hoe hij zich ontwikkelt, dat is geweldig. Zijn vooruitgang is bijna elke dag zichtbaar. Als ik een foto van ‘m maak, is het beeld al verouderd. Het gaat snel. Zó snel zelfs, dat ik me soms afvraag of je iemands ontwikkeling nog kunt bijhouden wanneer zoiets niet meer direct zichtbaar is.

Wat voor vader wil ik zijn? Eentje die altijd lacht, nooit boos wordt, van wie je àlles mag? Eentje die je aanmoedigt, die je de wereld laat zien, met wie je lekker de hort op gaat? Eentje die niet bang is om zichzelf feilbaar en kwetsbaar op te stellen, als het nodig is.

‘Mijn papa is de sterkste van de héle wereld’, hoor of lees ik wel eens. Is dat überhaupt te doen, om te voldoen aan zo’n beeld? Hoelang hou je zoiets vol? Zou ik een papa willen zijn die nooit bang is en bij wie alles weer goed komt? Het zijn relatieve begrippen. Maar sinds ik de film La Vita é Bella heb gezien, hou ik dat type papa graag als troef in mijn achterzak.

Ja, ik heb er wel een beeld bij, wat voor vader ik zou willen zijn. Maar zelf heb ik weinig goede voorbeelden om me heen gehad. Gelukkig ken ik genoeg vaders bij wie ik het een beetje kan afkijken. Ook wat ik niet wil.

Mijn eigen vader heb ik weinig gezien in de jaren dat ik — blijkt later — hem hard nodig had. Ik ken veel anderen die een vader missen, of ze nu wilden of niet. Mensen overleven het wel, zonder vader. Maar er is toch een deel van je, dat ineens volwassen moest worden, terwijl het eigenlijk nog kind zou willen zijn. Al is het maar eventjes.

Je ontwikkelen mét je vader in de buurt is toch anders. Eentje die je steunt, die liefdevol met je meekijkt, af en toe expres een beetje afstand neemt. Wat mijn eigen vader betreft, heb ik ondanks de verschillen van inzicht, ondanks dingen die in het verleden zijn gebeurd, leren genieten van elke minuut die ons samen gegeven is. Het is fijn om zelf de keuze te hebben.

Voor mijn eigen kind wil ik vooral een vader zijn die aanwezig is. Die er helemaal is. Hoe het verder gaat, weet ik niet. Hij en ik, we zullen het vadergevoel zelf moeten uitvinden. Wat dat betreft is het leven voor mij net zo’n ontdekkingsreis als voor hem.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, webdesigner, fotograaf en tekstschrijver. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin.

0 gedachten over “Papa waar ben je?”

Plaats een reactie