Eerste plaat met Kasper: ‘Een kwart van mijn hart’

Ergens in 2001 werd ik door speelmaatje Arjen Mooijer — met wie ik in de theaterband speelde van Karin Bloemen — benaderd om de saxofoonpartijen in te spelen voor Kasper van Kooten. Hij timmerde flink aan de weg als cabaretier, drumde jarenlang bij Acda en De Munnik en ging nu solo. Een supermuzikale gozer, die zelf liedjes had geschreven.

Die opname mondde uit in een vruchtbare samenwerking die zo’n vijftien jaar zou duren. En een levenslange vriendschap.

Ode aan de pop

Kwart van m’n hart is een rijk album met gevarieerde popsongs, dat met veel inspiratie en gevoel voor detail is gemaakt.

Wat ik zelf heel leuk vind aan deze plaat, is de creativiteit. Er staan geen zwakke stukken op. Nummers die na al die jaren — in schrijf dit in 2020 — nog zonder moeite overeind blijven staan. En ik kan het weten, want ik heb ze jarenlang live gespeeld. Ze gaan me niet vervelen!

Kwart van m’n hart zie ik als een ode aan de muziek, waar we zelf mee opgroeiden. Ongebreidelde energie om de droom waar te maken, om te doen wat je helden doen, zelf popmuziek te maken. Noem het naïef, maar is er iets mooiers dan dat? Gewoon kijken hoever je komt.

In het titelnummers Een Kwart Van M’n Hart hoor je hoe stoer Kasper eigenlijk is. Hij doet het gewoon. Hij wil graag geloven in wat energie geeft, in wat er wél is. Dat hoor je aan zijn muzikale en tekstuele keuzes, zijn taalvondsten, aan de onderwerpen waarover hij zingt, zoals het openingsnummer Hou Vast. Aan de dappere manier waarop hij een plaat, een band, een carrière uit de grond trekt.

Het even relaxte als hilarische Mooie Blouse houdt het midden tussen een gezongen gedicht en een rap.

De bewondering en verwondering die Kasper voelde tijdens een concert van Prince, vormt de basis van de krachtige shuffle ’86.

Kippevel

Zelden is Amsterdam na Koninginnedag zo indringend bezongen als in Wat ben je mooi madam. Een liedje dat ik altijd met kippevel speel.

Steek het kampvuur maar aan, of steek je tenen in het warme zeewater, dat is de zorgeloze, akoestische southern-rock sfeer van Goed.

Ik mocht mijn funk riffs uit mijn saxofoonkoffer halen voor Stom van haar. Hoe veelzijdig kan een album zijn? Dit geen selfkicken, ik vind het echt heel knap van Kasper. En alles zelf drummen!

Talent

Laat me je zien is een tranentrekker. Met de prachtige stem van Evelyn Kallansee. Zo word je als luisteraar meegesleept in een rollercoaster.

En dan rechtsaf is een helluva ride met een mooie rol voor mij als saxofonist. Wat een energie! In de bridge hoor ik The Beatles goedkeurend meeknikken.

Dit moet een zondag zijn is de enige cover op dit album, van Mumtaz Jafri. Een leep en lui nummer, in een smakelijke hiphop jas gegoten.

Zomertijd is aanstekelijke vocale acrobatiek. Kasper heeft ook al naar Al Jarreau en Bobby McFerrin geluisterd, wat kan de man niet!

Met Stip is de rockende afsluiter van een heerlijke plaat, een prachtig document van een geweldig talent.

Kasper geeft hierin gelijk het antwoord op de vraag, waarom hij popmuziek maakt.

Alles is al gezongen, alleen nog niet door jou.

Credits

Kasper van Kooten – zang, drums, percussie, backing vocals
Evelyn Kallansee – backing vocals
Raphaël Hermans – bas
Frank Stukker – gitaren
Arjen Mooijer – piano, keyboards
Tom Beek – saxofoon
Opgenomen in Studio met Stip, Amsterdam
Uitgebracht in 2002

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, webdesigner, fotograaf en tekstschrijver. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin.

Plaats een reactie