Chris Potter: saxofoon tovenaar

Gisteren zag ik het nieuwe kwartet van saxofonist Chris Potter. Een portret.

Begin jaren negentig, toen Michael Brecker, Kenny Garrett en Branford Marsalis nog de dienst uitmaakten (in mijn muziekcollectie), was er één jonge saxofonist die zich moeiteloos staande hield.

Het was Chris Potter.

Zijn talent werd al vroeg ontdekt door grootheden als Paul Motian en Dave Holland.

Als je hem hoort weet je het: Potter hééft het. Misschien wel de beste timing van allemaal. Een vloeiende, dominante manier van spelen, je kunt er niet omheen. Zijn geluid is groot, warm en rond.

Zijn muzikale keuzes getuigen van veel respect voor zijn illustere voorvaderen, maar hij verzandt geen moment in weke loyaliteit. Je hoort onmiskenbaar de invloed van Rollins, Coltrane, Shorter en zelfs Brecker. Toch is Chris Potter helemaal zichzelf.

Beboplegende Red Rodney, die de 18-jarige Potter destijds op sleeptouw nam, zei het treffend:

“His style is highly original but he absorbs something from everyone. That’s very important, because the main idea of jazz is to become original, to gain your own style.” — Red Rodney over Chris Potter

Zo’n twintig jaar later blijkt Potter geen eendagsvlieg; hij is nog steeds één van de opvallendste en meest toonaangevende jazzsaxofonisten. Hij onderscheidt zich steeds opnieuw met vernieuwende groepen, ijzersterkte composities en vooral fenomenaal spel. Onder conservatoriumstudenten geldt Chris Potter — samen met Mark Turner — als lichtend voorbeeld van een modern en compleet saxofonist.

Nog even over zijn spel. Potter’s timing is kraakhelder, vurig en vlijmscherp. Zijn ritmische vondsten zijn fabelachtig. Het gemak waarmee hij zich een weg baant door de meest complexe muzikale materie is spectaculair.

Hij bespeelt het instrument zoals alleen de grootsten dat kunnen: over het hele register, van ultraklein tot schreeuwend hard, altijd zichzelf en zonder een spoor van twijfel. Het ene moment fluistert hij in je oor, het andere moment is hij een vulkaan die vurige toonreeksen spuwt. Hij speelt licht en wendbaar maar behoudt zeggingskracht en diepte. Zijn spel lijkt geen grenzen te kennen. Waarschijnlijk omdat hij steeds nieuwe opzoekt.

Wat een feest om daar getuige van te zijn. En dat was ik, gisterenavond 12 maart in Lantaren Venster in Rotterdam, bij de presentatie van Potter’s kwartet.

Zo groots en technisch ongeëvenaard als hij is in zijn performance, zo bescheiden, zachtaardig en introvert is hij als persoon. In de muziek valt werkelijk geen greintje ego te bekennen. Dat maakt hem ook sympathiek: hij speelt met overgave en plezier. Altijd bereid om wat moois uit de hoed te toveren.

Zijn spel en zijn composities zijn complex en virtuoos, en zelfs voor zeer geoefende luisteraars soms moeilijk te volgen, toch is zijn muziek toegankelijk. De richting is duidelijk en de taal die hij spreekt prima te verstaan. Deze grote muzikale ziel is sterk en herkenbaar. Nergens valt hij terug op cliché’s of doodgespeelde paden. Als hij, bij hoge uitzondering, een jazzstandard speelt klinkt het fris en speels. Er straalt veel liefde vanuit voor de jazzgeschiedenis.

Zijn nieuwe album komt later dit jaar uit op het ECM-label. Prachtig uitgesponnen, lyrische, intense muziek van misschien wel de grootste saxofonist van dit moment.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, webdesigner, fotograaf en tekstschrijver. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin.

2 gedachten over “Chris Potter: saxofoon tovenaar”

  1. Ik het afgelopen jaar (2019) Chris Potter drie keer live mogen zien. Wat jij hier beschrijft Tom, is precies het gevoel dat ik ook bij deze fantastische saxofonist heb!

    Beantwoorden

Plaats een reactie